geldigheid
- Geluid: geldigheid (hulp, bestand)
- gel·dig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geldigheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de geldigheid v
- het geldig zijn, de deugdelijkheid (van wetten, regels, rechten, bewijzen, uitspraken)
1. zie: validiteit
- Het woord geldigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.