• ge·koes·terd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gekoesterd gekoesterder gekoesterdst
verbogen gekoesterde gekoesterdere gekoesterdste
partitief gekoesterds gekoesterders -

gekoesterd

  1. met name van een wens dat je deze al lang hebt, dat je hem niet vergeten hebt en dat je nog steeds wil dat ze vervuld wordt
    • Deze vensters, een systeem dat in Engeland en Scandinavië al enige tijd loopt, zijn een lang gekoesterde wens van de regionale omroepen. Al in 2015 klopten de NPO en ROOS (tegenwoordig de Regionale Publieke Omroep, RPO) bij het kabinet aan. Dat het zo lang duurde, komt volgens Paul van der Lugt van RTV Utrecht vooral doordat het lastig is om het allemaal technisch mogelijk te maken. [1] 
    • Voor acteur en voormalig Wie is de Mol?-deelnemer Thomas Cammaert kwam een lang gekoesterde droom uit: in Antwerpen een stukje rijden op een veel te klein kinderskeltertje. [2] 
    • In een poging het heelal te 'domineren' willen de Verenigde Staten in 2020 hun Space Force operationeel hebben. Dit zesde, buitenaardse onderdeel van de Amerikaanse strijdkrachten is een diep gekoesterde wens van president Donald Trump. [3] 
vervoeging van: koesteren…
verbogen vorm: gekoesterde

gekoesterd

  1. voltooid deelwoord van koesteren