geknield voor het altaar
  • ge·knield
vervoeging van: knielen…
verbogen vorm: geknielde

geknield

  1. voltooid deelwoord van knielen
    • Een voormalig politieagent die een zwerver op een afgelegen plek liet uitstappen, knielen en bedreigde met zijn vuurwapen, heeft daarvoor 9 maanden celstraf gekregen. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag dinsdag in hoger beroep bepaald. Terwijl de man geknield zat op de grond, zette hij een schep naast hem in de grond. Uiteindelijk liet hij de man achter. [1] 
stellend
onverbogen geknield
verbogen geknielde
partitief geknields

geknield

  1. zittend op één of twee knieën
    • Aan tafel in de riante clubruimte zit het oudste lid, tevens erelid van de vereniging. Karel Tharner. Met zijn 84 jaar is hij nog wekelijks te vinden bij SV Tubantia. Wat het schieten betreft is de blik nog scherp en de hand nog vast. "Alleen het schieten vanuit geknielde positie gaat niet meer", vertelt hij. [2]