• ge·knech·te

geknechte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geknecht
     In Noord-Nederland, anders dan in het geknechte Zuiden, was trouwens ook het nationale gevoel een bezielende factor in de strijd.[1]
vervoeging van: knechten…
verbogen vorm: geknechtee

geknechte

  1. verbogen vorm van geknecht, voltooid deelwoord van knechten
     Toen Don Quichot dit zag, hief hij de blik ten hemel en zei, terwijl hij zich in gedachten - naar bleek - tot zijn meesteresse Dulcinea wendde: ‘Sta mij bij, meesteresse, bij deze eerste smaad die dit door u geknechte hart wordt aangedaan; laat mij niet in dit eerste hachelijke ogenblik uw gunst en bescherming ontberen.’[2]
  1.   Weblink bron
    W.J.C. Buitendijk
    “Het calvinisme in de spiegel van de Zuidnederlandse literatuur der Contra-Reformatie.”, J.B. Wolters' Uitgevers-Maatschappij, Groningen / Batavia, p. 83 n. 2
  2.   Weblink bron
    Miguel de Cervantes (vert. Barber van de Pol)
    Waarin wordt verteld over de grappige wijze waarop Don Quichot tot ridder werd geslagen in: Dietsche Warande en Belfort., jrg. 141 nr. 5 (oktober 1996), p. 581