Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·hoor·test
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gehoortest gehoortesten
gehoortests
verkleinwoord gehoortestje gehoortestjes

Zelfstandig naamwoord

de gehoortestm

  1. (medisch) test waarbij men controleert of een persoon nog wel goed kan horen
     Ook na de wedstrijd, die Ajax met 1-0 won, was het onrustig. Er brak brand uit bij wc's in het stadion. Ook gooiden supporters vuurwerkbommen naar de politie. Zeven agenten hebben daardoor last van hun gehoor. Een gehoortest moet duidelijk maken of ze blijvende schade hebben opgelopen.[1]
     De onderzoekers namen bij ruim 5000 kinderen een gehoortest af. Bij een klein deel van de kinderen bleek de gehoorschade aangeboren. Maar een veel grotere groep heeft die in hun jonge jaren opgelopen.[2]
     Zo'n 14 procent van de kinderen rond de 10 jaar heeft gehoorschade door lawaai. Zij zijn ook vaker dan leeftijdsgenootjes gevoelig voor harde geluiden of hebben last van oorsuizen. Dat komt naar voren uit een onderzoek in het kader van de grootschalige studie Generation R van het Erasmus MC. De onderzoekers namen bij 3000 kinderen een uitgebreide gehoortest af.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Acht supporters aangehouden rond Ajax-Standard Luik” (Vrijdag 30 september 2016, 11:47), NOS
  2.   Weblink bron “1 op 12 jonge kinderen in Rotterdam hoort blijvend slecht” (Vrijdag 28 juli 2017, 11:06), NOS