geharnast
- ge·har·nast
- pseudodeelwoord afgeleid van harnas zn met het omvoegsel ge- -t
stellend | |
---|---|
onverbogen | geharnast |
verbogen | geharnaste |
partitief | geharnasts |
geharnast
- met een harnas aan, een harnas dragend
- De geharnaste ridders draafden in volle vaart op elkaar af.
- strijdbaar
- In een geharnaste verklaring dreigde hij met de rechter.
- Het woord geharnast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geharnast" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑
Weblink bron
W. Haeseryn e.a.“6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst) - ↑
Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be