gegeneraliseerde angststoornis

  • ge·ge·ne·ra·li·seer·de angst·stoor·nis
enkelvoud meervoud
naamwoord gegeneraliseerde angststoornis -
verkleinwoord - -

de gegeneraliseerde angststoornisv

  1. (psychologie) een psychische stoornis waarbij de patiënt lijdt aan langdurige buitensporige angstgevoelens