gefilosofeer
- ge·fi·lo·so·feer
- naamwoord van handeling van filosoferen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gefilosofeer | |
verkleinwoord |
het gefilosofeer o
- het aanhoudend beschouwend en analyserend nadenken
- (pejoratief) het nutteloze denken dat geen enkele praktische consequentie heeft
- ▸ Ik heb het altijd gedacht... Dat meisje is zo'n schat, zo'n... Ze is uniek... Beste vriend, ik vraag je, geen onnodig gefilosofeer, geen twijfels, trouw met haar, trouw met haar... En ik ben ervan overtuigd dat er geen gelukkiger man zal bestaan dan jij.[1]
- ▸ Maar flirt u nooit eens met de gedachte een keer over te stappen? ,,Als ik meega in jouw gefilosofeer daarover, ontstaat er iets wat er niet is. Dus daar doe ik even niet aan mee.”[2]
- Het woord gefilosofeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron Gudo Tienhooven“Pauw over vertrek Jinek: Een hoger salaris is een groter risico” (25-09-2019), Tubantia