geer tsedek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- geer tse·dek
Woordherkomst en -opbouw
- Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'rechtvaardige vreemdeling, bekeerling' [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geer tsedek | geree tsedek |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) niet-joodse man die volledig is overgegaan tot het jodendom, proseliet