Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·keer·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bekeerling bekeerlingen
verkleinwoord bekeerlingetje bekeerlingetjes

Zelfstandig naamwoord

de bekeerlingm

  1. (religie) iemand die zich recentelijk tot een bepaald geloof bekeerd heeft
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be