geelkraagbuulbuul

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • geel·kraag·buul·buul
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geelkraagbuulbuul geelkraagbuulbuuls
verkleinwoord geelkraagbuulbuultje geelkraagbuulbuultjes

Zelfstandig naamwoord

geelkraagbuulbuul

  1. (zangvogels) Atimastillas flavicollis   een zangvogel uit de familie van de buulbuuls en het monotypische geslacht Atimastillas. De geelkraagbuulbuul komt vooral voor in een West- en Midden-Afrika ten zuiden van de Sahara
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie