Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·doog·part·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gedoogpartner gedoogpartners
verkleinwoord gedoogpartnertje gedoogpartnertjes

Zelfstandig naamwoord

de gedoogpartnerm

  1. (politiek) fractie die volgens afspraak blijvend een regering of dagelijks bestuur steunt waarin zij geen vertegenwoordigers heeft
    • De gedoogpartner liet de regering tegen alle afspraken in vallen toen het er echt op aan kwam. 

Gangbaarheid

Meer informatie