gedenkwaardigheid
- Geluid: gedenkwaardigheid (hulp, bestand)
- IPA: /ɣədɛŋkʋaːrdʏɣɦɛit/
- ge·denk·waar·dig·heid
- afgeleid van gedenkwaardig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedenkwaardigheid | gedenkwaardigheden |
verkleinwoord | - | - |
de gedenkwaardigheid v
- de mate waarin iets gedenkwaardig is
- "Welaan, laat ons, op dit geleide, voor zoo veel het eng beperkt tijdsbeſtek zulks toelaat, deze gewigtige gedenkwaardigheid uit 's Heeren openbare leven, - tot onze Christelijke leering en ſtichting, - met deelnemende aandacht overwegen." [1]
- iets dat gedenkwaardig is
- "Mijn journaal, enige weken later op een hotelkamertje in de Belgische Ardennen geschreven, vermeldt een avondfietstocht met 'Ina' (de Haarlemse PIA-leidster) als grote gedenkwaardigheid." [2]
1. de mate waarin iets gedenkwaardig is
- Het woord 'gedenkwaardigheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ J. Clarisse(1830). Tafereelen uit de levens- en lijdensgeschiedenis van den Heere Jezus Christus, p. 8. Uitg.: Johannes van der Heij en zn.
- ↑ C.J. Vogel,J. de BruijnenG. Puchinger(2002). Getuigenis van Gods genade: autobiografie, 1905-1929, p. 98. Uitg.: Verloren, ISBN 9789065506894.