Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·daas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gedaas gedazen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het gedaaso

  1. betekenisloos of onnozel geklets
    • Stop met dat gedaas! 
Synoniemen

Gangbaarheid

60 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be