gedaas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·daas
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van dazen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedaas | gedazen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het gedaas o
- betekenisloos of onnozel geklets
- Stop met dat gedaas!
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord gedaas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gedaas" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be