• ge·ar·ri·veerd
vervoeging van: arriveren…
verbogen vorm: gearriveerde

gearriveerd

  1. voltooid deelwoord van arriveren
     ‘YeeHaa…’ Met een plons sprong Goldie naast me het hete water in. Goldie en Barbie hadden me binnen een halfuur al ingehaald en waren ook gearriveerd bij de rivier.[1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gearriveerd gearriveerder gearriveerdst
verbogen gearriveerde gearriveerdere gearriveerdste
partitief gearriveerds gearriveerders -

gearriveerd [2]

  1. maatschappelijk geslaagd


  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).