• ge·adop·teerd
vervoeging van: adopteren…
verbogen vorm: geadopteerde

geadopteerd

  1. voltooid deelwoord van adopteren
stellend
onverbogen geadopteerd
verbogen geadopteerde
partitief geadopteerds

geadopteerd

  1. ouders hebben die niet je biologische ouders zijn
    • Het geadopteerde kind was zijn ouders heel dankbaar voor alle zorg die ze hem gegeven hadden. 
  2. verzorgers hebben die niet de eigenaar zijn
    • De klas zorgde heel goed voor het geadopteerde oorlogsmonument.