Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·ven her·uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
heruitgeven

gaven (…) heruit

  1. meervoud verleden tijd van heruitgeven
    • Wij gaven heruit. 
    • Jullie gaven heruit. 
    • Zij gaven heruit. 

Gangbaarheid