gastspeler
- Geluid: gastspeler (hulp, bestand)
- gast·spe·ler
- samenstelling van gast zn en speler zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gastspeler | gastspelers |
verkleinwoord | gastspelertje | gastspelertjes |
de gastspeler m
- (sport) iemand die tijdelijk, op uitnodiging deelneemt aan een sportploeg
- Het woord gastspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.