Nederlands

 
werkers in gaspak
Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·pak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gaspak gaspakken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gaspako

  1. een speciaal type beschermende kleding dat de gebruiker beschermt tegen chemische, nucleaire en biologische stoffen
    • Op Schiphol zijn zaterdagmorgen passagiers van een geland toestel bij de D-pier versneld naar buiten gekomen nadat in het toestel een gaslucht was geroken. Het is niet bekend om welke stof het gaat. Een aantal passagiers werd misselijk. Dat meldde de veiligheidsregio Kennemerland. Brandweerlieden in gaspakken onderzoeken het toestel. [1] 
    • Aanvankelijk was er alleen sprake van stank, maar toen bleek er ook daadwerkelijk iets te lekken uit de spoorketelwagon. Dat gebeurde via een zogenoemde blindklep op de bovenkant van de wagon. Niemand raakte gewond. Wel zijn twee medewerkers van het rangeerterrein onderzocht die de stof hadden geroken. Veel brandweerkorpsen kwamen erop af, maar inmiddels zijn er alweer enkele terug naar de kazerne. Ook mannen in gaspakken waren ter plekke. [2] 

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. De Telegraaf 08 nov. 2012 Gaslucht in geland toestel Schiphol
  2. De Telegraaf 06 feb. 2014 Trein lekt gevaarlijke stof bij Zwijndrecht
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be