Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·le·ve·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gaslevering gasleveringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gasleveringv

  1. (economie) het brengen van gas van de verkoper naar de koper
     Het kabinet kan op dit moment de leveringszekerheid van gas niet garanderen, zeggen experts tegen Nieuwsuur. Dat komt omdat het kabinet de gaslevering volledig aan de commerciële markt overlaat. Met name gasintensieve bedrijven zoals de glastuinbouw, zink- en aluminiumfabrieken hebben daar last van. Coalitiepartijen VVD en CDA willen dat het kabinet de regie pakt.[2]
     De prijs blijft stijgen, ziet Den Herder. "Er zijn een paar hele aantoonbare factoren die dat bepalen. De gaslevering vanuit Rusland lijkt onbetrouwbaarder dan gedacht, de ingebruikname van de gaspijpleiding Nord Stream 2 is uitgesteld en de voorspelling van het weer voor komende weken is ook vrij koud. Dat heeft allemaal invloed op de prijs."[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Experts: kabinet kan levering gas deze winter niet garanderen” (Maandag 13 december 2021, 16:40), NOS
  3.   Weblink bron
    Rob Koster
    “Stijging van 17,50 euro: grootste energiebedrijf maakt tarieven 2022 bekend” (Donderdag 18 november 2021, 19:44), NOS