gangsta
- gang·sta
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gangsta | gangsta's |
verkleinwoord |
de gangsta m
- (jongerentaal) lid van een criminele- of straatbende
- Alle gangsta's verzamelen, vergeet je pipa niet!
- Het woord gangsta staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
gangsta
- lid van een criminele- of straatbende
gangsta
- zoals van, bij of door straatbendes