galactose
  • ga·lac·to·se
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord galactose
verkleinwoord

de galactosev / m

  1. deel van melksuiker
     Samen met zijn collega's heeft Lefeber de ‘versuikering' van de eiwitten in het bloed heel nauwkeurig bestudeerd en dit bracht een specifiek verlies van galactose aan het licht. Een belangrijke bron van galactose is lactose, ook bekend als melksuiker. Voeg je galactose toe aan cellen, dan herstelt de versuikering van de eiwitten.[2]
     Suikers in melk (lactose en galactose) zouden de boosdoeners kunnen zijn. Uit studies bij dieren is gebleken dat die het verouderingsproces versnellen.[3]
49 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[4]
  1. galactose op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Suikerdieet tegen spierziekte” (06 feb. 2014), De Telegraaf
  3.   Weblink bron “'Van veel melk drinken ga je eerder dood'” (29 okt. 2014), De Telegraaf
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be