gadogado
- ga·do·ga·do
- van Indonesisch gado-gado
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gadogado | - |
verkleinwoord | - | - |
de gadogado m
- (kookkunst) Indonesisch gerecht uit licht gekookte of gestoomde groenten met pindasaus
- De gadogado van mijn vrouw ziet er ook goed uit en is erg smakelijk, hoor ik. [1]
- gado-gado (spelling die voor 2005 gangbaar was)
- Het woord gadogado staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gadogado" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Dijl, F. vanVeganistisch boetseerwerk is niet van echt te onderscheiden (27 juni 2019) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-08-23
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be