• gaai·bol·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord gaaibolling gaaibollingen
verkleinwoord - -

de gaaibollingv

  1. (spel) wedstrijd waarbij de deelnemers met bolvormige schijven negen houten klossen aan het andere einde van een 15 tot 20 meter lange baan omver moeten rollen
    • In 1913 stond de gaaibolling nog in het officieel programma van de Kortrijk-kermis en een eeuw vroeger, in 1818, was het Gaaiboldersfeest in die stad een van de grote kermisnummers. [1]
9 % van de Nederlanders;
24 % van de Vlamingen.[2]