Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fu·sie·ploeg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fusieploeg fusieploegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fusieploegv / m

  1. (sport) sportploeg die ontstaat door het samengaan van twee of meer oorspronkelijke sportploegen
     De fusieploeg Omega Pharma-Quick Step heeft een akkoord voor volgend seizoen bereikt met Levi Leipheimer.[1]
     Joost Posthuma en Tom Stamsijder zijn de Nederlanders bij Leopard Trek. Of zij voor de nieuwe fusieploeg gaan koersen, is niet bekend.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Leipheimer naar Belgische ploeg” (Woensdag 21 september 2011, 16:10), NOS
  2.   Weblink bron “Fusie Leopard Trek en RadioShack” (Maandag 5 september 2011, 21:55), NOS