• fund·rai·sing
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord fundraising fundraisings
verkleinwoord

de fundraisingv / m

  1. inzameling van financiële middelen voor een bepaald doel, vaak zonder het leveren van een financiële tegenprestatie
    • "Die boot moet worden terugbetaald. We gaan een fundraising beginnen", aldus Klaas vanuit Thailand. Het gaat om de boot Sea Eagle met een waarde van 8.400 euro. [1] 
    • Voor Chris Parker is ondertussen 50.000 pond opgehaald via fundraising. Hij nam het geld onlangs in ontvangst van de man die de actie startte met de woorden: "Ik ben geen held, ik zou het zo weer doen. Mijn hart gaat uit naar alle families. Ik hoop dat wat ik die avond heb gezien, nooit meer iemand hoeft te overkomen. Ik kan alleen maar zeggen: heel erg bedankt." [2] 
    • Maar de gemeente deelt niet zomaar geld uit. De bijdrage wordt alleen verstrekt als Twenterand niet de enige financier is; de gemeente treedt op als zogeheten co-financier [sic!]. Dat houdt in dat de initiatiefnemer zelf ook geld inbrengt, bijvoorbeeld door een fundraising of sponsoring. [3] 
80 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[4]