fumarole
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fu·ma·ro·le
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘damp- en gasbron’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fumarole | fumarolen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (aardrijkskunde) (geologie) damp- en gasbron in vulkanische streken
Verwante begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord fumarole staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "fumarole" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ fumarole op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).