• fug·le·gød·ning
  • Samenstelling van de Deense zelfstandig-naamwoordsvorm fugle en het Deense zelfstandige naamwoord gødning met het achtervoegsel -ning
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fuglegødning     fuglegødningen     -     -  
genitief   fuglegødnings     fuglegødningens     -     -  

fuglegødning, g (geen meervoud)

  1. (landbouw) vogelmest