fruitmand
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fruit·mand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fruitmand | fruitmanden |
verkleinwoord | fruitmandje | fruitmandjes |
Zelfstandig naamwoord
- een van riet gemaakte fruitschaal, vaak als een geschenk aan een zieke gegeven
- ‘Jopie hield zielsveel van Pasen’ staat er in het boek dat journalist Bert Hiddema over de jonge Johan Cruijff schreef. Dat had vooral met het Paasvoetbaltoernooi te maken, legt Hiddema uit in wat met recht een jongensverhaal is. Inclusief de dood van vader Manus Cruijff, bij wie Ajax altijd fruitmanden bestelde als er een zieke in de club was. [2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord fruitmand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fruitmand" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 26 maart 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be