frotten
- frot·ten
frotten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
frotten |
frotte |
gefrot |
zwak -t | volledig |
- klungelen en frummelen met name door met de handen ergens aan te zitten
- ▸ Helaas zijn er toch vooroordelen. Dat het iets met seks te maken heeft, bijvoorbeeld. Dat we in een soort commune leven en alle dagen met elkaar lopen te frotten. Nou, niets is minder waar.”[2]
- boenen, schuren
- Het woord frotten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frotten" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ frotten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron SABINE LEENHOUTS“'Op een warme dag gaan de kleren hier verplicht uit'” (13 jul. 2019), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be