fronsend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  fronsend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fron·send

Werkwoord

vervoeging van:	fronsen
verbogen vorm:	fronsende

fronsend

1. onvoltooid deelwoord van fronsen

   • ,,Misschien was je telefoon kapot”, probeerde ze een opening te zoeken in de dichte doornenhaag van verbittering. ,,Dan kan ze toch appen!”. Hoe dat zou moeten, met een kapotte telefoon,vroeg ik mij fronsend af, maar was wel wijzer om het hardop te vragen.  

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	fronsend	fronsender	fronsendst
verbogen	fronsende	fronsendere	fronsendste
partitief	fronsends	fronsenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

fronsend

1. boos en/of verbaasd de wenkbrauwen naar elkaar toe bewegend

   • Naast de haarkleuren is de meest opmerkelijke toevoeging misschien wel de keuze voor het toevoegen van een extra drol-emoji. Naast de bekende 'lachende drol' komt er, als het aan de initiatiefnemers ligt, ook een 'fronsende' versie die nogal droevig kijkt.  
   • Is André van Duin (70) werkelijk zo nuchter of mag de Domme August in zijn privéleven graag de onpeilbare Pierrot spelen? De entertainer die met een fronsende wenkbrauw een zaal laat ontploffen, is privé een rustig, bezonken formulerend, naar saaiheid zwemend mens.  

Gangbaarheid

• Het woord fronsend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.