• fri·sis·tiek
enkelvoud meervoud
naamwoord frisistiek
verkleinwoord

de frisistiekv

  1. (wetenschap) Friese taal- en letterkunde
     De komende weken zijn bijzonder spannend voor de Akademy en ook voor Smink zelf. "Zakken we door een kritische ondergrens of blijven we een wetenschappelijk instituut van goed niveau? Dat is wat er op het spel staat," zei Smink in zijn toespraak op de Akademydei. In zijn visie gaat het om niets meer of minder dan het overeind houden van de frisistiek.[1]
  1.   Weblink bron “Fryske Akademy in geldnood, bezuinigingen noodzakelijk” (Vrijdag 13 september 2019, 20:02), NOS