friseerijzer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fri·seer·ij·zer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van friseren ww en ijzer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | friseerijzer | friseerijzers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- tang waarmee men stijl haar kan laten krullen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'friseerijzer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.