frisdrankenindustrie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fris·dran·ken·in·dus·trie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord frisdrankenindustrie frisdrankenindustrieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de frisdrankenindustriev

  1. alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van niet-alcoholische koolzuurhoudende dranken
     De frisdrankenindustrie wordt op de huid gezeten als het gaat om de hoeveelheid suiker in onder meer cola en energiedrankjes. Die discussie gaat zelden over ijsproducten, lijkt wel.[2]
     De frisdrankenindustrie wil dat Nederlanders over vijf jaar gemiddeld 10 procent minder calorieën binnenkrijgen via frisdrank. De sector heeft een serie maatregelen aangekondigd om dat doel te bereiken.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Per week 4,5 miljoen bekers ijs vullen, en nóg is het niet genoeg” (Vrijdag 27 juli 2018, 06:00), NOS
  3.   Weblink bron “Minder calorieën in frisdrank vanaf 2020” (Woensdag 24 juni 2015, 17:27), NOS