frigoboxtoerisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fri·go·box·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van frigobox zn en toerisme zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | frigoboxtoerisme | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het frigoboxtoerisme o
- toerisme waarbij men zijn eten zelf meebrengt van huis; toerisme waarbij men weinig uitgeeft
Gangbaarheid
- Het woord frigoboxtoerisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.