frictiewerkloosheid

  • fric·tie·werk·loos·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord frictiewerkloosheid
verkleinwoord

de frictiewerkloosheidv

  1. de werkloosheid die ontstaat door het verdwijnen van werk terwijl er al een onvervulde vacature is.
    • Frictiewerkloosheid valt moeilijk te voorkomen.