• fret·te
vervoeging van
fretten

frette

  1. enkelvoud verleden tijd van fretten
    • Ik frette. 
    • Jij frette. 
    • Hij, zij, het frette. 


 
Het plaatsen van frets op een gitaarhals
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  frette     la frette     frettes     les frettes  

frette v

  1. (muziekinstrument): fret