freira
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- frei·ra
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | freira | freira's |
verkleinwoord | freiraatje | freiraatjes |
Zelfstandig naamwoord
freira
- (buissnaveligen) Pterodroma madeira een tot de stormvogels en pijlstormvogels behorende vogel. Het is de meest bedreigde zeevogel in Europa die uitsluitend nestelt op Madeira
Synoniemen
Hyperoniemen
- stormvogels en pijlstormvogels, buissnaveligen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'freira' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.