Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fran·chi·se·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord franchisehouder franchisehouders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de franchisehouderm

  1. iemand die een bedrijf heeft met het bedrijfsconcept van een ander bedrijf
     In 1967 was Michael 'Jim' Delligatti een franchisehouder van McDonald's in een buitenwijk van de stad Pittsburgh. Hij vond dat de standaardburger te klein was en bedacht daarom een groter alternatief.[1]
     Tan heeft een geschat vermogen van 1,1 miljard euro. Hij vergaarde zijn geld als franchisehouder van McDonald's in Maleisië en is ook eigenaar van de nationale loterij in Maleisië.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “De man die de wereld de Big Mac gaf, is overleden” (Woensdag 30 november 2016, 18:51), NOS
  2.   Weblink bron “Excentrieke zakenman Tan koopt ook Kortrijk” (Dinsdag 12 mei 2015, 15:19), NOS