fractievoorzitster

  • frac·tie·voor·zit·ster
enkelvoud meervoud
naamwoord fractievoorzitster fractievoorzitsters
verkleinwoord

de fractievoorzitsterv

  1. (politiek) vrouwelijke leider van een fractie van een politieke partij in een volksvertegenwoordiging
     "In Nederland wordt vooral gekeken naar de strafmaat, maar we moeten ook kijken naar de kans op recidive", zegt de fractievoorzitster. Binnen welke termijn ze het project zou willen realiseren is niet bekend.[1]
     In de Tagesspiegel verklaart Renate Künast, fractievoorzitster van de Groenen: "Ik hoop dat Schavan zichzelf en de wetenschap een langdurige affaire bespaart en aftreedt".[2]
  1.   Weblink bron “PvdA Zwolle wil studenten en criminelen laten samenwonen” (Vrijdag 11 december 2015, 20:52), NOS
  2.   Weblink bron
    Anne-Ruth Schussler
    “Duitsland in debat over plagiaat” (Woensdag 6 februari 2013, 16:50), NOS