fractieleiderschap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • frac·tie·lei·der·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fractieleiderschap fractieleiderschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het fractieleiderschapo

  1. (politiek) de leider van een groep volksvertegenwoordigers die lid zijn van één politieke partij
     Marleen Barth, PvdA-fractieleider in de Eerste Kamer, wordt op haar wenken bediend. Ze riep zaterdagochtend PvdA-vrouwen op om zich te mengen in de race om het fractieleiderschap in de Tweede Kamer. En nog geen twee uur later staat Nebahat Albayrak aan de PvdA-start.[1]
     Nebahat Albayrak heeft zich als eerste vrouw kandidaat gesteld voor het fractieleiderschap van de PvdA. Albayrak wilde haar besluit gisteren nog niet wereldkundig maken in verband met het nieuws over prins Friso.[2]
     Tweede Kamerlid Diederik Samsom zegt voor de fractievergadering over het vertrek van partijleider Cohen dat hij nog niet weet of hij zich kandidaat stelt voor het fractieleiderschap.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Toch ook vrouw aan PvdA-start” (Zaterdag 25 februari 2012, 09:43), NOS
  2.   Weblink bron “Ook Albayrak kandidaat PvdA” (Zaterdag 25 februari 2012, 09:40), NOS
  3.   Weblink bron “Samsom weet niet of hij zich kandidaat stelt” (Dinsdag 21 februari 2012, 10:57), NOS