intrigerend fotowerk
  • fo·to·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord fotowerk fotowerken
verkleinwoord

het fotowerko

  1. een kunstwerk dat gemaakt is door een fotograaf
    • Enkele honderden kunstwerken zijn er te bewonderen en de diversiteit is enorm: schilderijen, aquarellen, fotowerk, beeldhouwwerk, glaskunst, keramische objecten en sieraden. [1] 
    • Ook in haar fotowerk van onder meer lebberende kalfjes toont Marcellis haar fascinatie voor dieren. Het poëtische en kwetsbare loopt als een rode draad door het geëxposeerde werk, zowel van de studenten als van hun leermeester. [2] 
    • Het tweede 'langwerpige' fotowerk is intussen als behang geplaatst op een van de wanden in de gang waar de slaapvertrekken zijn. Deze foto geeft een vervreemdend effect. Het is een reeks aan elkaar gemonteerde foto's van een houten bouwschutting met graffiti. [3] 
95 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]