Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·to·ver·za·me·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fotoverzameling fotoverzamelingen
verkleinwoord fotoverzamelingetje fotoverzamelingetjes

Zelfstandig naamwoord

de fotoverzamelingv

  1. groep foto's die men in de loop van elkaar bij elkaar heeft gebracht
     Met een collectie van zo'n 15 miljoen foto's uit de afgelopen 170 jaar beschikt het Nationaal Archief over de grootste fotoverzameling van Nederland.[1]
     Van der Gaag ging op zoek naar de mensen achter die foto's. "We stuitten op de fotoverzameling van John Blaak en op zijn website metdecupopdekiek.nl."[2]


Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Nationaal Archief selecteert 'Blikvangers'” (Dinsdag 17 februari 2015, 18:18), NOS
  2.   Weblink bron “Terug naar 1970: Rotterdammers met de Cup op de kiek” (Zondag 2 februari 2020, 10:47), NOS