Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·to·col·lec·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fotocollectie fotocollecties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fotocollectiev

  1. verzameling foto's
     Lies is heel bescheiden, maar heeft één grote wens: een foto van haar vader. Die heeft ze niet. Er is alleen een foto, ergens buiten genomen, waarop hij onherkenbaar is. Hij kijkt naar beneden waardoor zijn gezicht niet te zien is. Van de matrassenfabriek bestaan twee foto's die deel uitmaken van de fotocollectie van het Stadsarchief Amsterdam. De foto's zijn genomen in 1944. De ramen van de fabriek hebben geen ruiten meer. Het bedrijf, zoals veel joodse huizen en firma's, was leeggeroofd.[1]
     De totale fotocollectie van het NIMH bestaat uit circa twee miljoen beelden uit de geschiedenis van de Koninklijke Marine, de Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Luchtmacht en de Koninklijke Marechaussee. Hieruit hebben tientallen vrijwilligers en medewerkers sinds 2004 tienduizenden foto's gedigitaliseerd en van een beschrijving voorzien.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Lies Fresen-Ferron: zelfs geen foto van haar vader” (Vrijdag 4 mei 2012, 07:52), NOS
  2.   Weblink bron “Duizenden historische militaire foto's online” (Maandag 26 september 2011, 06:19), NOS