fotosfeer
  • fo·to·sfeer
enkelvoud meervoud
naamwoord fotosfeer
verkleinwoord

de fotosfeerv / m

  1. (astronomie) lichtgevende buitenkant van een ster
    • Sterren als Polaris pulseren omdat er ergens ver onder hun oppervlak een (gas)laag zit die instabiel is. In het centrum van de ster is bijna al het gas geïoniseerd: alle atomen hebben er hun elektronen verloren. Aan de buitenkant van de ster, de fotosfeer, is het gas niet geïoniseerd. Ergens tussen die twee uitersten in ligt een overgangslaag, waarin de gassen slechts voor een deel zijn geïoniseerd. [2] 
    • De chromosfeer is de laag die de overgang vormt tussen het zichtbare zonsoppervlak (de fotosfeer, die een temperatuur van 6000 graden heeft) en de voor het oog niet zichtbare, maar zeer uitgebreide corona. [3] 
80 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]