fonogram
- fo·no·gram
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fonogram | fonogrammen |
verkleinwoord | fonogrammetje | fonogrammetjes |
het fonogram o
- een visuele weergave van klanken
- plaat of rol voor de fonograaf
- telegrafisch bericht via de telefoon
1. een visuele weergave van klanken
- Het woord fonogram staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fonogram" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be