fondant
- fon·dant
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘suikergoed’ voor het eerst aangetroffen in 1896 [1]
- van het Franse fondre (smelten) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fondant | fondanten fondants |
verkleinwoord | fondantje | fondantjes |
- (voeding) een soort suikergoed (mengsel van suiker, water en blanke stroop) dat in de mond wegsmelt
- (voeding) stukje suikergoed van fondant
- (voeding) pure chocolade
- kleurloze, transparante emailsoort ??
- Het woord fondant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fondant" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "fondant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ fondant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be