• fon·dant
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘suikergoed’ voor het eerst aangetroffen in 1896 [1]
  • van het Franse fondre (smelten) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fondant fondanten
fondants
verkleinwoord fondantje fondantjes

de fondantm [3]

  1. (voeding) een soort suikergoed (mengsel van suiker, water en blanke stroop) dat in de mond wegsmelt
  2. (voeding) stukje suikergoed van fondant
  3. (voeding) pure chocolade
  4. kleurloze, transparante emailsoort ??
91 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]