fomiet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fo·miet
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels fomite, teruggevormd uit Latijn fomites zn "aanmaakhoutjes, tondel" vanuit de gedachte dat een epidemie zich als een lopend vuur verspreid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fomiet | fomieten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de fomiet m
- (medisch) voorwerp, materiaal of oppervlak dat ziekteverwekker kan overdragen tussen besmette wezens
Een levend wezen dat zelf niet besmet raakt, maar een ziektekiem via huid of vacht overdraagt kan ook als een fomiet worden beschouwd.
Gangbaarheid
- Het woord 'fomiet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “De Andromeda Evolutie”, ebook (2020), Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam, ISBN 9789024588640, hfst. In het ochtendlicht
- ↑ Weblink bron Luc De Roy“Corona kan 3 dagen overleven op plastic, maar dat is lang niet het hele verhaal” (21 maart 2020) op vrt.be