Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fok·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fokbedrijf fokbedrijven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het fokbedrijfo

  1. bedrijf waar men huisdieren en vee vermeerdert en selecteert
     Ook deed ze als begenadigd amazone mee aan de Olympische Spelen van Sydney in 2000. De passie voor paardensport deelt ze met Mohammed. Ze runt met hem onder meer een succesvol fokbedrijf voor raspaarden en het stel is vaste gast op het prominente, Engelse paardensportevenement Royal Ascot, waar ze geregeld te zien zijn aan de zijde van koningin Elizabeth.[1]
     Ook 40.000 vleeskuikens van een fokbedrijf dat direct naast de getroffen boerderij zit, werden uit voorzorg geruimd. Een andere pluimveehouder die ook minder dan een kilometer verderop is gevestigd, werd volgens RTV Oost wel gespaard.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Verdwenen kinderen, een geheime liefde: waarom vluchtte prinses Haya?” (Woensdag 31 juli 2019, 14:53), NOS
  2.   Weblink bron “Geen vogelgriep bij buren besmette boerderij Kamperveen” (Donderdag 15 maart 2018, 22:10), NOS