fluoroscopie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  fluoroscopie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• flu·o·ro·sco·pie

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van fluor met het invoegsel -o- met het achtervoegsel -scopie

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	fluoroscopie	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

fluoroscopie

1. (medisch) het visualiseren van röntgenbeelden met een fluorescoop

Vertalingen

    1.   

Spaans: fluoroscopia (es)

Gangbaarheid

• Het woord 'fluoroscopie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.